Meneer de professor Bobichon heeft de nacht doorgebracht met de oplossing van een wiskundig probleem; in de morgen slaapt hij in in zijn fauteuil.
– Hij droomt dat hij college geeft in zijn stoel. Hij maakt een krachtige beweging waardoor zijn petroleumlamp wordt omgegooid.
– Hij wordt wakker opgeschrikt door brandlucht .
– Hij werpt zich naar het raam waartegen een ladder steunt die hij vastgrijpt.
– Op deze ladder is tot zijn ongeluk een huisschilder bezig.
– Meneer Bobichon en de schilder vallen boven op een passerende koets.
– Het geschrokken paard breekt de leidsels en gooit alles om op zijn weg.
-De markt overstekend botst het paard, hoe langer hoe doller, tegen een kar.
– Het ongelukkige dier is op slag dood en wordt naar zijn eigenaar teruggebracht
-Intussen is een veldslag ontstaan op de plaats van het ongeluk. Sommigen trekken partij voor de schilder, anderen voor Meneer Bobichon.
-Uiteindelijk wordt Meneer Bobichon aangezien als auteur van het gebeurde, en de politie rekent hem in.
Resultaat: een dood paard, een zwaar gewond mens, de schilder, en een afgebrand huis.
– Meneer Bobichon in zijn cel, zwerend nooit meer in te slapen voor een petroleumlamp.