Rieur 20 – Onze goede dorpsbewoners

 

Ja, dat moet een woest dier zijn, want het beweegt. Vooruit, de vork erin!
-We hebben hem, we hebben hem!…Ah,Ah!…Oh,Oh!…

 

 

– Zeventig jaar, zegt U, Meneer Plumet, maar mijn broertje, die pas acht dagen oud is, heeft meer haren dan U.


– Wat, Uw man is overleden! Aan welke ziekte? – Goeie genade, daar weet ik niets van. – En wat heeft de dokter gezegd? – Oh, wij boeren, wij sterven zonder dokters.


Een stem van bovenaan de trap: – Wat hoor ik, Baptiste!.. zeker nog een gebroken kom…Pardon, Mevrouw…een, twee,drie,vier, vijf…


– Wat, U gaat aan tafel, Meneer de violist.!…Neem me niet kwalijk, we hebben U geengageerd om te spelen maar niet uitgenodigd voor het souper.