Rieur 7 – Een zwarte klucht

Reizigers die met de eerste trein moeten vertrekken hebben Baptiste, de hotelboy van hotel Le Pot d’Or, opgedragen hen in alle vroegte een barbier te sturen.

–  Maar, Baptiste heeft niet veel op met dat soort reizigers die meestal een karig fooitje geven en hij heeft ook iets tegen meester Turiaf, de figaro van om de hoek. Hij gaat deze laatste wekken, nadat hij de betreffende kamers met een rood kruis heeft gemarkeerd.
– In de duisternis giet hij inkt in de scheerkom van Turiaf; wijst hem daarna de met rood gemarkeerde kamers aan, en beveelt hem aan , om geen tijd te verliezen, steeds de kinnen van de reizigers in te zepen, onder toevoeging dat hij in de tussentijd zijn scheermessen gaat aanzetten.
– Groot tumult in de kamers. De barbier zeept hen met verve in , de een bij de deur, de ander in zijn bed, etcetera.
– Baptiste, die hem heeft gevolgd , draait, zodra hij weg is, de sleutel van iedere deur om.

 

 

Meester Turiaf vraagt zijn scheermessen terug aan Baptiste, die ze bot heeft gemaakt, zodat Turiaf naar huis moet om andere te halen.

Ongeduld van de reizigers, die, bij daglicht, zich naar de spiegel begeven.

– Verbijstering en woede van de reizigers, die vergeefs trachten hun kamers te verlaten. Baptiste komt opendoen en speelt verrassing.

– Meester Turiaf komt terug met zijn scheermessen. Allen herkennen hem, werpen zich op hem en besmeuren hem op zijn beurt met inkt.  Hij keert naar zijn woning terug,  zwart als de duivel, terwijl Baptiste gelukkig is met het  uitvoeren van zijn dubbele wraakneming.