Rieur 3- Revue comique

 

-U bent schilder… dank! …sinds het verscheiden van Rubens en Van Dijck geef ik geen krediet meer aan de mensen van Uw metier.

– Verdwijn snel…Geen bedelaars hier.
– Maar het gaat om een gecostumeerd bal, en het lijkt me dat mijn costuum daar geheel in past.

– Gedood in de vasten! en de eieren?…. je verwaarloost dus je plichten, arm dier?

 
Revue Comique-3

AS WOENSDAG – Jules, kijk toch.. Ja, wat wij te weinig kregen bij ons ontbijt, kreeg die grappenmaker te veel.


– Wat nu, collega, dat costuum en nog wel buiten carnaval!. – Zie je niet dat ik de zaken van wijlen de olifant van de Dierentuin van Antwerpen heb opgenomen…Hij raapte voor honderden op.


– Duivelse journalisten.. Nu al een bijzonder blad om de nationale Onafhankelijkheid te vieren.


– Euphrasie, snel weg, er is een Russisch vorst in de trein, misschien zijn er mijnen gelegd.


– Ah, je hebt het koud, zeg je! Wel, steek je handen in je eigen zakken. – Meneer, daarin is niets om me te verwarmen.


 De schoonvader:  Wij vragen je om gastvrijheid gedurende de glorieuze feesten..  De schoonzoon (terzijde) :  Een vrolijke onafhankelijkheid anno 1880 brengt U me.

– Goed idee dat ik me daar kreeg, nietwaar, meneer?

– Ja Catherine, die vervloekte aandelen besparen me minstens behangselpapier.

– Wat doet U nu, meneer?

– Ik haal de stenen weg waarop ik drie maanden geleden mijn aandelen heb geplakt, die nu weer op de Beurs worden genoteerd. Ik ga ze naar mijn beursmakelaar