Rieur 15 – De kaalheid van Meneer Clodion

clodion

 

Op een avond op het moment dat Meneer Clodion zijn weelderige haartooi onder zijn slaapmuts doet verdwijnen, denkt hij opeens aan zijn voeten, waarvan hij het toilet maken enige tijd had verwaarloosd.
– Voorzien van het noodzakelijke instrument, plaatst hij zijn kaars en zijn linkervoet op een stoel, en begint met de klus.
– Na het voltooien van de operatie, ruikt hij een scherpe brandlucht in zijn kamer.
– Haastig trekt hij zijn laarzen aan om naar de benedenverdieping te gaan, waarvan de geur volgens hem vandaan komt.
– Daar ziet hij niets en hij klimt naar de bovenetage.
– Eindelijk doet de ijzingwekkende waarheid zich aan zijn schedel voelen!!!
– Hij steekt zijn hoofd in de emmer die hij gelukkig bij zich heeft.
– Hij maakt een  onvrijwillige duikeling en …..
– Zie hem, eindelijk bevrijd, maar in welke staat, grote god!…kaal voor altijd!….