– We krijgen een Tentoonstelling, een kabelballon, feesten etc..etc.., maar daarna … veel zieken. – Ja, collega, het wordt voor ons een uitstekend jaar.
In een tijd van staking.
-Hoor je, Oscar, het akelige geluid van hen die de wetten met voeten treden, er is reden het ergste te vrezen….Oscar, blijf, blijf hier, om je echtgenote te verdedigen.
– Een kassier zonder benen, oom! Ben ik niet slim geweest? Die zal op zijn minst niet de benen nemen.
– Wat, je bent in Brussel aangehouden als zonder verblijfplaats?
– Ja, meneer de Burgemeester.
– Onmogelijk, volgens mijn krant zijn er voorlopig vier duizend leegstaande huizen in onze hoofdstad.
– Als de regens de aardappelen geschaad heeft, hebben ze op zijn minst de champignons laten opschieten.
– Wat doet U daar, baas?
– Ik oefen me in het plukken voor de periode van de tentoonstelling.
Een uitstekende plaats om kunstledematen te verkopen… Voorkeursklanten?…. …Afgevaardigden en Franse journalisten….
– Karabinier Pairou, je doet dus niets anders dan zingen?
– Mijn kapitein, de zanglerares zegt dat ik een goede stem heb en ik oefen om als tenor bij het Theatre de la Monnaie te komen.
– Vlug, vlug, een Rieur Illustré; bij deze kou verwarmt dat het bloed.