- Een onvoorziene en brandende omhelzing…..
- ….En dit kan het gevolg zijn van een dubbele onoplettendheid!
Alle berichten van hildago17
Rieur 21 – Revue comique
- – Eigenaren van tuinen die bewoond worden door hinderlijke insecten, muggen, wespen, vliegen etcetera, ziehier ter ontlasting daarvan een middel aangeprezen door een illuster enthymoloog: –
- – Verschaf U de medewerking van een goed willende man, zo kaal mogelijk; wrijf hem het hoofd in met honing of siroop, en bindt hem vast aan een paal, vlak bij een goed verlichte muur:
- – alle kleine lastige of gevaarlijke wezens die U wenst te vernietigen, zullen zich verenigen op zijn schedel, en hun destructie zal tot de gemakkelijkste worden.
– U trouwen!…maar uw aanstaande is zo bezopen als…. – Maar dat is met opzet, Meneer de burgemeester: anders zou hij niet willen.
– Meneer, zie daar mijn kaart… Welke wapen wenst U te nemen? – Ik stel me voor U bij de haren te nemen.
Rieur 21 – Een kermis attractie
EEN KERMIS ATTRACTIE
– B o b e c h e : – Treedt binnen, Mijne Dames en Heren, kom binnen om te zien wat nog nooit is gezien noch op het oppervlak noch in het binnenste van de aardglobe; nee, nooit aanschouwd!… Ik sta daar borg voor, onder getuigenis van mijn medewerker Galimafre, hier aanwezig. Maar haast U… Kijk, door deze open deur kunt U zien hoe men zich haast . Het gaat beginnen.. De ingang is aan de linkerkant. Vooruit, vooruit!
– E e n b u r g e r : Kijk, kijk, dat trekt inderdaad veel mensen; ik ga ook kijken.
Binnen aangekomen is onze burger stomverbaasd er niet meer dan vijf of zes lanterfanters aan te treffen zoals hij. En toch, buiten ziet het publiek alsmaar mensen passeren achter de opening zichtbaar op het doek.
D e o p l o s s i n g v a n h e t r a a d s e l zit in het molentje, dat door twee mannen wordt gedraaid, waaraan vier automaten zijn bevestigd. Waar het genie zich al niet gaat nestelen!
Rieur 21 – Voorblad
Rieur 20 – Toon en Klaas
- Toon en Klaas, grote honingsnoepers, loeren al lang op de korven van buurman.
- – Maar ze hadden niet gerekend op de gastvrouwen van die korven!
- – Ziedaar: ze zien er aardig uit nietwaar? Maar het ergste is dat de angels in de steken zijn achtergebleven.
- – Hun vader neemt zijn toevlucht tot een snel en makkelijk middel, maar het helpt niet.
- – Ze zijn veroordeeld tot een compleet dieet, en de schotel met appels staat te dampen!
- – De hoefsmid wordt erbij geroepen met zijn nijptangen.
- – De dorpsdokter voltooit de operatie.
- – U ziet Toon en Klaas hier te bed. Ze zijn genezen. Godezijdank!
Rieur 20 – Onze goede dorpsbewoners
- Ja, dat moet een woest dier zijn, want het beweegt. Vooruit, de vork erin!
- -We hebben hem, we hebben hem!…Ah,Ah!…Oh,Oh!…
– Zeventig jaar, zegt U, Meneer Plumet, maar mijn broertje, die pas acht dagen oud is, heeft meer haren dan U.
– Wat, Uw man is overleden! Aan welke ziekte? – Goeie genade, daar weet ik niets van. – En wat heeft de dokter gezegd? – Oh, wij boeren, wij sterven zonder dokters.
Een stem van bovenaan de trap: – Wat hoor ik, Baptiste!.. zeker nog een gebroken kom…Pardon, Mevrouw…een, twee,drie,vier, vijf…
– Wat, U gaat aan tafel, Meneer de violist.!…Neem me niet kwalijk, we hebben U geengageerd om te spelen maar niet uitgenodigd voor het souper.
Rieur 20 – Voorblad
Rieur 19 – Café -politici
- Gevaar verbonden aan kranten op stokken en planken:
- – Kalmte voor de storm ……..Van mond tot mond ……Het oppoetsen der wapenen …… Het gevecht
Rieur 19 – Bij de photograaf
- – Wees zo goed, Mevrouw, Uw blik te richten op de vlek die zich op dit gordijn bevindt.
- – Meneer, ik zie die vlek niet ondanks mijn bril.
Rieur 19 – Voorblad
Rieur 19 – Een portret bevestigen
- Op de dag van het feest ontvangt hij een portret van zijn verloofde:
- – Waar het geliefde beeld op te hangen? – Natuurlijk, boven de stoel waar hij zo vaak heeft gedroomd van zijn geliefde.
- – Ongelukkigerwijs, de spijker is lang, de wand minimaal, en vlak erachter slaapt een bureauchef met pensioen.
- – Verrukking en geluk aan de ene kant, schrik en ergernis aan de andere.
- – Zo is het leven op deze wereld!
Rieur 19 – Revue comique
- “Excuseer de vlekken, lieve moeder, het is niet mijn fout, maar die van de administratie van de posterijen van Brussel, die zoveel te doen hebben” (P.S. van de eerste brief van een dienstplichtige.)
- – Is het waar dat U muziek van binnen heeft?
- – Hoe dat zo, kleintje?
- – Omdat Papa zegt dat Uw tanden pianotoetsen zijn.
Rieur 18 – Kleermaker Belleface
- Meneer Belleface, kleermaker te S., stadje van 2100 inwoners, heeft met veel misbaar zijn reis naar Parijs aangekondigd om daar de seizoensmode te gaan bestuderen.
- – V e r k l a r i n g van het m y s t e r i e : Terwijl zijn klanten denken dat hij op weg is naar de hoofdstad van Frankrijk, verbergt hij zich op zijn zolderkamer om een costuum te vervaardigen dat als model moet dienen voor de “gentry” “de landadel” van de streek.
- – Ongelukkigerwijs, hebben een paar kwajongens zijn geheim geraden en zitten hem nu op allerlei manieren op de huid.
- – Het niet meer uit houdend, toont hij aan zijn belagers een dreigende hand en schreeuwt hen toe: ” Wacht maar, nietsnutten, wacht maar tot ik terug ben uit Parijs!….”
Rieur 18 – Revue comique
- – Het is een schande! …. een haar in mijn soep!
- -Alweer een?…ik heb nog zo mijn best gedaan ze er allemaal uit te halen.
- – Mijn ziel van mijn leven!… wacht niet op me, als ik om tienen niet terug ben…We vieren de “bazin” van onze kroeg.
- – Zeker zal ik niet op je wachten!.. ik zal je gaan zoeken..
Grote beroering bij de burgemeesters uitgenodigd om de nationale feesten bij de wonen.
– Een slimme jockey maakt van zijn paard een gebruik dat niet op het program van de coursen staat.
– Nieuwe manier van exposeren uitgevonden door de schilder X. voor zijn schilderijen die slecht geplaatst waren op de Salon.
In de kleine Carmes: – Men heeft het Grand-Hotel heropend en ik ben hier! wat een pech!
– Wat, wilt U ingeent worden?.. Maar de pokken kunnen Uw physionomie alleen maar ten goede komen.
E e n p h i l a n t h r o p i s c h i d e e : – Om de soldaten het verlies van hun moeders te doen vergeten, hebben de instructeurs zich verkleed als dienstmeiden.
Wat een vreselijke hitte, mijn vriend!…Laten we niet naar het theater gaan. – Wat! een voorstelling ter gelegenheid van de Vijftigste… We zullen in de wijk doorgaan voor slechte patriotten.
– Je bent gelukkig, jonge virtuoos, met vandaag alleen die instrumenten; terwijl vijftig jaar geleden …. Laat je blikken een beetje over mijn persoon gaan.
– Soldaten van het Regiment der Gidsen benut om de vreemdelingen tijdens de feesten in Brussel te g i d s e n.
Rieur 18 – Voorblad
Rieur 17 – Militaire gehoorzaamheid
- – Eh, No 4!….waarom buigt U het hoofd zonder mijn bevel?
- – Omdat ik een franc zie liggen, sergeant….daar op de grond.
- – Let op mijn bevel: halve draai naar rechts!
- – Goed!… Front maken!
Rieur 17 – Revue comique
- – Kom een andere keer terug, mijn beste: U hebt Uw verstand verdronken op de bodem van Uw glas.
- – Kom nou toch, Meneer de Advocaat!….ik heb er nog zo voor gezorgd er geen druppel in te laten.
- – Dit is me werkelijk een raadsel!….Gisteren heb ik deze duvelse koffer helemaal vol een uur gedragen, en nu ie leeg is, kan ik hem niet eens optillen.
- – Deze hond hier heeft verstand zoals U en ik. Houdt hem bijvoorbeeld die worst eens voor: als ik fluit, zal hij er niet aankomen.
- – Maar, hij verzwelgt hem, het monster!
- – Hi, hi,hi…. Dat is niet verassend: ik heb vergeten te fluiten.
Rieur 17 – De muziek van de toekomst
Rieur 17 – Voorblad
Rieur 16 – Een mis- avontuur van Meneer Pansu
- Op een dag tijdens de hondsdagen is Meneer Pansu aan het wandelen in de velden en ontmoet een hond zonder muilkorf.
- Hij denkt dat het dier dol is en begint uit alle macht te rennen. Gelukkig krijgt hij een kleine waterleiding in het vizier en wringt zich haastig erin.
- Het dier, dat hem heeft gevolgd, komt hem uit nieuwsgierigheid besnuffelen.
- – Meneer Pansu zijn vreselijke vervolger achter zich wetend is aan de toppen van verschrikking. Hij spant zich tot het uiterste in, maar zijn buik blokkeert hem…
- ….Uren verstrijken, hij wil weg, gaat niet! De nachtwaker ziet hem, tijdens zijn nachtelijke ronde, en denkt met een wetsovertreder te maken te hebben.
- – De nachtwaker gaat versterking zoeken. Meneer Pansu wordt met grote moeite uit zijn moeilijke positie getrokken.
- – Uiteindelijk wordt hij gered en herkend; maar zijn lichamelijke toestand is niet te beschrijven: dat moet men zien om het te geloven.